Professioneel samenwerken (op team niveau en schoolniveau)

Traject jaar 1

Intake

In november zijn we gestart met een intake bij de deelnemers van het pilootproject en de afname van de netwerkthermometer bij alle leden van het schoolteam en de lerarenopleiding.

Het schoolteam was in eerste instantie wat weigerachtig ten aanzien van het project en dit omwille van verschillende redenen (eerdere minder positieve ervaringen, directeurswissel en het ontbreken van een overkoepelend beleid over diversiteit). Al snel is duidelijk geworden dat er geen gedeeld beleid bestaat rond brede basiszorg, inclusie, diversiteit en leiderschap.

LN1

De afname van de netwerkthermometer resulteerde in een cijfer. De resultaten werden met de leden die in eerste instantie betrokken waren bij het thema (twee zorgcoördinatoren, twee leerkrachten, directeur en een docent) en het lerend netwerk besproken, er ontstond een professionele dialoog over hoe de brede basiszorg en verhoogde zorg is georganiseerd. De link met de samenwerking met het team werd hier ook onmiddellijk gelegd. Ook uit de netwerkthermometer bleek dat het samenwerken nog wel een uitdaging was. Werken aan een professionaliseringscultuur waar mensen komen tot kennisdeling en dit in een veilige context was een duidelijke behoefte.

LN2 en 3

Binnen het tweede en derde lerend netwerk werd er beslist om het het ganse schoolteam tijdens een pedagogische studiedag vertrouwd te maken met het thema diversiteit en de voorwaarden om diversiteit mogelijk te maken: deep democratisch werken op schoolniveau (via het Model van Knoster). Dit zou de start zijn om te werken aan een visie rond diversiteit op schoolniveau. In de lerende netwerken werd stilgestaan bij de leervragen van de deelnemers, hun kijk op diversiteit en hoe dit hun professioneel handelen al dan niet in de weg staat.

LN4

Tijdens het vierde lerend netwerk is aan de hand van een waarderende oefening de leervraag van de deelnemers gecapteerd ‘Hoe kunnen we de zelfstandigheid van de leerlingen optimaliseren?’ De deelnemers wilden dit graag analyseren aan de hand van concrete cases die zij zelf hadden meegemaakt. Er is gekozen om dit intervisiegewijs verder op te nemen.

LN5

Vooraf hebben de deelnemers hun concrete casus voorbereid. Aan de hand van rollenspel en systeemopstelling (lego) is elke casus besproken geweest. In dit lerend netwerk is duidelijk geworden dat er een aantal fundamentele bouwstenen (o.a. goed leiderschap, verbondenheid met de collega’s en professionalisering en/of kennisdeling) ontbreken op schoolniveau. Hier hebben de betrokken leerkrachten beslist om hierover in gesprek te gaan met de directeur. Helaas is de directeur kort erna uitgevallen.

LN6

Dit laatste lerend netwerk is een globale reflectie op het pilootproject. We staan stil bij een aantal cruciale vragen: wat hebben we geleerd? Hoe kijken we naar volgend jaar? Is het nodig om met de kennis die we nu hebben (o.a. gebrek aan leiderschap, ontbreken van vertrouwen,...) het pilootproject verder te zetten? Ondanks de moeilijke context beslisten de leerkrachten om te participeren aan het tweede jaar van het project. Het lerende netwerk ervaarden zij als een veilige haven waar ze veilig konden reflecteren over hun professioneel handelen omtrent brede basiszorg en diversiteit.